Een Jaar Later…

Postnatal parent-child guidance in water

Tweede verslag van een haptotherapeutisch proces in water.

Door Truus Scharstuhl

Eerbeek, september 2014 

Truus Scharstuhl is GZ-Haptotherapeut en heeft haar eigen praktijk in Eerbeek. Zij is initiator van het scholingscentrum voor Toegepaste Haptonomie in water, STH Water. www.sthwater.nl

In september 2013 schreven Tonny van Banning en ik een artikel over haar ervaringen met haptotherapie in water. Het artikel bevatte een weerslag van haar ervaringen in de kennismakingscursus in water ėn bij mij in individuele sessies. Tonny schreef vanuit haar beleving, ik lichtte toe wat ik beoogde en deed en wat de gevolgen waren.Nu een jaar later hebben we samen de behoefte om over het verdere verloop van haar persoonlijke groei nog een artikel te schrijven.Mijn drijfveer naast het delen van dit bijzondere proces is dat ik graag helder wil maken wat nu precies maakt dat haptotherapie in water iets in beweging zet wat tot dan op het droge bij Tonny niet ‘aangeraakt’ kon worden. Wat ‘doet’ het warme water naast de haptotherapeutische interventies. Wat kan er meer, of intensiever? Hoe pas ik dat toe? In dit artikel waag ik een poging daar de vinger op te leggen. Ik beschrijf een paar essentiële momenten, in werkelijkheid is het een proces van twee jaar. In cursief geef ik een toelichting van mijn beweegredenen.

Veiligheid

Belangrijk was dat de sfeer in het warme water een veiligheid ademde die uitnodigde om te ontdekken. (Tonny beschrijft dat in haar artikel.) De cursisten die deze verdiepingscursus en de erop volgende themacursus (hechten-onthechten) volgen, hebben zich de omhulling, de ‘waterjas’, middels de circumsensus¹ eigen gemaakt en durfden alleen of met elkaar te onderzoeken waar hun eventuele angst of weerhouding lag. Zij zijn belangrijk geweest voor het proces dat Tonny doormaakte. Ze heeft zo uiteindelijk veel meer ervaring opgedaan dan in het één-op-éen contact met mij. Het individuele contact was goed om verwarrende ervaringen in de cursus nog eens uit te werken.

Het voelen van de ‘waterjas’ maakt dat het water zachter en voller om je heen voelt en dat je daarmee met een zachtere intentie beweegt en nadert. Zo reik je de ander jouw veiligheid en presentie aan. Je krijgt daarbij een goed gevoel over jezelf. Het water in het zwembad zal dit door zijn beweging (eigen onrust) of rust (verbinding met het water, ‘waterjas’) aan je spiegelen.

Tonny is zoveel vrijer geworden in het zelf onder water gaan. Ze vindt het heerlijk en komt daar een rust tegen die haar goed doet. Ze hoeft zich niet meer te handhaven. De grote angst waarbij ze dissocieert is voorbij. Ze kan haar adem beheren en kiezenwanneer ze naar boven wil. Ze kan zich oprichten en beschikken over haar basisgevoel. Ze is veilig in en onder water.

Van contact maken naar hechten² 

Water maakt nabijheid gemakkelijker. Tenminste dat lijkt zo. Stel je maar voor hoe gemakkelijk je in een whirlpool als vreemden dicht naast elkaar zit. Maar water maakt ook goed duidelijk in welke mate je autonoom bent in het affectieve contact met de ander. Je kunt namelijk gemakkelijk vervloeien. Iets wat veel mensen heerlijk vinden, maar waarbij je dus niet leert hoe je binnen de intimiteit jezelf kunt zijn en blijven. Je kunt daarin ook dissociëren.

Tonny komt in het maken van contact, zeker binnen het nabijheids-contact, zichzelf tegen. Ze schrijft daarover. Ze past zich in het contact heel snel aan de ander aan, ze vervloeit bijna. Dat gaat ook gemakkelijk in water, alles gaat immers zo licht. Maar daarmee verliest ze zichzelf. Het vraagt van mij en mijn collega Moniek, die mede de cursus geeft, veel invoeling om dit proces waar te nemen… het ziet er immers zo gemakkelijk uit. Naast de visuele waarneming, voel ik vooral in om hierop attent te zijn, vanuit al mijn waterervaring. Bij Tonny zie ik hoe ze te veel op gaat in de ander, te veel haar best doet en daarbij het contact met zichzelf en het water verliest. Door haar aan te geven hoe ze haar voelen (hapsis) kan blijven inschakelen, krijgt ze in de gaten dat ze de verbinding met zichzelf en het water kwijt is en hoe het anders kan. Zo kan ze een contact realiseren dat uit haar zelf komt en niet meer gebaseerd is op haar best doen. Ze kan nu leren de ander te dragen zonder te ‘werken’ en in zit gedragen worden terwijl ze bij en op zichzelf blijft. (Een voorwaarde om later te kunnen verbinden. Een basis om te kunnen hechten.

In water speelt basispresentie net zo goed een belangrijke rol. Iemand dragen in water geeft zoveel meer verdieping in het contact wanneer je dat vanuit je basisintentie doet. Bovendien is het grote voordeel van water dat je een volwassene kan en mag dragen. We zijn lichter in water, dat maakt het dragen gemakkelijker. En de omhulling van het water verzacht de aanraking en de eventuele belasting van de nabijheid, alsof je allebei een ruime jas draagt. Het voelt vrijer. Zo nabij mag je zijn, je (ver)stoort niet zo snel….Tenminste wanneer je dat vanuit ons PTP-principe³ doet. Tonny en de cursisten ervoeren aan den lijve hoe nauw dat luistert. Je voelt precies waar het goed gaat of fout. Als drager en als gedragene. De communicatie over de afstemming verloopt duidelijk; het is immers voelbaar voor beiden!

Hechten² en onthechten

Oude patronen worden zichtbaar en voelbaar doordat ik haar op verschillende manieren laat voelen wat een onbegrensd, begrensd en ontgrensd contact in water is. (Frans Veldman: Levenslust en Levenskunst blz. 282 e.v.) Daarbij komt pijn en verdriet vrij, maar ze ontdekt ook een nieuwe mogelijkheid om zichzelf te voelen in het vrij latende maar wel affectief verbonden contact van de ontgrensde ontmoeting. Daarin voelt ze dat ze binnen deze nabijheid zichzelf kan blijven. En dat het een ontmoeting is die ook in tijd op haar is afgestemd, tot ze echt het voelende contact kan toelaten, echt kan hechten en haar eigen beweging kan volgen. Haar freeze-reactie, haar gevoel van eenzaamheid en verkilling dat ze binnen de andere twee ‘contactvormen’ heeft gevoeld, gaven haar hernieuwd inzicht in haar levensgeschiedenis. Het raakt aan een heel vroeg gedeelte. Dat was niet gemakkelijk, maar gaande weg kan ze dit verwerken en plaatsen. Nu vanuit een groeiende draagkracht van zichzelf voelen en steeds beter zichzelf kunnen blijven in contact met de ander. Ze kan echt zichzelf laten zien!

Een uitnodiging tot affectief ontgrensd contact… Hoe realiseer je een ontmoeting

Het toevertrouwen aan de ander, mits die basis present is, verloopt natuurlijk en is intens door de omhulling van het warme water. Degene die draagt voelt de ander in zijn/haar totaliteit, nodigt uit, omhult teder en betrekt hierbij het water als een warme deken. De persoon die gedragen wordt, voelt de uitnodiging tot verbinden met de ander èn de veiligheid van de fysieke tastbare ruimte van het water waarin hij/zij zichzelf kan zijn. Zo kan een contact worden bereikt, waarbij de persoon die gedragen wordt zichzelf kan blijven voelen en aanwezig blijft! En waar hij/zij aan den lijve ervaart wat er speelt, want zo direct verloopt dit voelen in het water. Het is mijn ervaring dat hierin vaak een gedeelte van onszelf geraakt wordt dat met onze vroegste jeugd te maken heeft. De tijd dat er nog geen woorden waren. Dat we in dit moment werkelijk kunnen voelen (niet alleen bevroeden) hoe we ooit tactiel, affectief benaderd zijn en hoe onze innerlijke beweging was: Het uitnodigende contact aangaan, of – wanneer dat er niet was – in een overlevingsmodes komen. Met in het laatste geval de ons bekende reactiepatronen van vluchten, vechten of bevriezen. (Bij Tonny het laatste.) 

Het appèl op ons vermogen tot direct voelen in water maakt ons dit in positieve of negatieve zin duidelijk. Het vraagt van de therapeut om transparant te zijn en veiligheid te bieden in alles wat hij/zij aanreikt. Bewustzijn van wat je doet. Het water heeft hierin de functie van warme omhullende biotoop, die door zijn specifieke warmte en zachtheid kan raken aan het sensorisch geheugen uit onze vroegste jeugd. En dat ons ‘even niet laat denken’, maar alleen ‘laat beleven’. Wanneer we de omhulling van het water zo gevoelsmatig aangereikt krijgen, kunnen we er ons, in contact met de drager, op een gegeven moment echt aan toevertrouwen.

In het verdere vervolg is het mogelijk om het contact uit te laten groeien tot een ontmoeting in wederkerigheid: de persoon die gedragen wordt maakt zelf vanuit zijn/haar innerlijk de beweging naar de drager toe, deze voelt dit en beantwoordt het tactiel door hierin mee te gaan. Het is prachtig om dit als drager te kunnen voelen. In het begin vaak heel licht, aarzelend, bijna niet opgemerkt door de persoon zelf. Dat de drager het wel opmerkt, wordt als zeer bevestigend ervaren.

De onthechting in een dergelijk contact gebeurt in een wederzijds (aan)voelen en verstaan van elkaar wat betreft het moment. Immers ‘onthechten met behoud van gevoel van verbondenheid kan pas als er een goed gehecht contact is’. (Martine Delfos) Dan is het: ’een autonoom geheel zelfstandige initiatiefontplooiing’. (Frans Veldman sr.)

Samenvatting: van alleen, naar zelf, naar samen. 

Tonny heeft al deze stappen gezet: van veilig -, en zichzelf zijn in het water, in contact zijn met het water, toevertrouwen aan het water, naar zelf contact maken met de ander en samen zelfstandig maar in verbinding de ruimte delen in het water. Ze heeft daarvoor veel innerlijke stappen moeten zetten, is haar oude patroon tegen gekomen, maar heeft het aangedurfd dit los te laten, doordat ze zich vrij en veilig ging voelen in het water en zelf op mijn (onze) uitnodiging tot contact in kon gaan. Je zou kunnen zeggen: het toevertrouwen aan mij werd mogelijk, omdat ze zich gedragen wist door het water, waar ze al een stuk autonomie had ontdekt. Het was het proces van zachter worden in haar gemoed, op geleide van mij en de anderen en dat lekkere warme omhullende water. Vaak werd ze geraakt, ze kon daarmee verder doordat haar inzicht groeide en doordat ze in de fase dat ze geen woorden had haar gevoel kon tekenen en beeldhouwen. Dat hielp haar enorm om haar ervaring concreet te maken. Ik ben erg blij voor haar dat ze nu is waar ze is! Petje af na al dat ‘kopje onder’.

¹) Circumsensus: de gewaarwording van de ruimte om ons heen. In dit geval via de tast, het voelen van het water. Dit in tegenstelling tot de gewaarwording op het ‘droge’ dat zonder tactiel contact verloopt.
²)De term hechten is hier bedoeld als bevrijdende, dat wil zeggen bevestigende en onthechtende liefdevolle mensbenadering (zie Frans Veldman: Levenslust en Levenskunst)
³) PTP principe: prudentie, transparantie, presentie
⁴ ) In het toevertrouwen is de ander ‘aanwezig’ bij de begeleider. Dit in tegenstelling tot ‘overgeven’. Hierbij levert de ander zich uit of past zich te veel aan.